LinkedIn, Facebook, Twitter, Flickr… We kunnen er niet omheen: social web media zijn een trend. Eén die ongelooflijk veel invloed gaat krijgen ook op de manier waarop we organiseren en werken. Als we kijken naar de werkkrachten van morgen is 96% van de jongeren aangesloten op een sociaal netwerk. Van alle organisaties gebruikt 80% LinkedIn als het belangrijkste instrument voor de aanwerving van nieuwe werknemers.
Onlangs woonde ik een enorm interessante lezing bij van Tom Palmaerts van Trendwolves over de manieren waarop social web media onze wereld veranderen. Als organisatie komt het er nu op aan de kracht van deze social web media te benutten en (proactief) in te zetten om er ook voordeel gaan uit te halen. Steeds meer en meer zien we dat mensen niet op zoek gaan achter hun behoeften, sterker nog, producten en diensten vinden ons via deze technologie. Hoe kunnen organisaties van vandaag social media gebruiken om nieuw en jong talent aan te trekken, producten aan de markt te brengen, netwerk te bouwen en innovatie te stimuleren?
Twitter verandert de wereld
Een voorbeeld van de impact van Twitter. Enkele maanden geleden kwam een Airbus A320 boven New York in de problemen na een botsing met een troep ganzen. Piloot Chesley Sullenberger bleef ijzig kalm en zette het defecte vliegtuig neer op de Hudson-rivier, de enige plek in de directe omgeving waar hij een noodlanding mogelijk achtte. In een nog niet zo lang vervlogen tijd zouden mensen naar CNN zappen in de hoop daar de eerste beelden te zien. Tegenwoordig krijgt je mobiele telefoon een seintje dat het nieuws ‘getwitterd’ is. Het eerste bericht over en de eerste beelden van de vliegtuigcrash waren immers op de microbloggingsite te zien. Twitteraar Jim Harnan zag het vliegtuig voor zijn neus de rivier in duiken en stuurde dat nieuws met een ‘tweet’, een berichtje van maximaal 140 lettertekens, de wijde wereld in. Amper een paar minuten nadien waren ook foto’s van de crash te zien. Janis Krums, ook al een twitterfan, zat op één van de ferry’s die de passagiers van het gecrashte vliegtuig op moest pikken. Zij maakte haar foto’s met haar mobiele telefoon, plaatste die foto’s met datzelfde toestel op het internet en stuurde daarna via Twitter een link naar die foto’s de wereld rond. Uiteindelijk zou het nog 15 minuten duren voor ook de reguliere media over de crash berichten.
INLINE
Het dagelijkse leven en het leven online zijn sterk met elkaar verweven, sterker nog, ze beïnvloeden elkaar enorm hard. Meer en meer wordt er gesproken over inline. Na schooltijd ontmoeten jongeren elkaar weer online. Ze zetten hun conversaties verder op de chat, vragen elkaar tips voor huiswerk, bekijken op Youtube videoclips, onderhouden hun netwerksite, wisselen muziekfiles uit, gamen samen of surfen wat rond. Internet vervangt in veel gevallen de hangplaatsen uit het dagelijkse leven van jongeren. Ouders houden er trouwens niet zo van dat hun kinderen na school op straat of pleintjes blijven hangen. Online vrienden zijn aanvankelijk vrienden van overdag maar eigen aan die netwerksites en Instant Messenger programma’s groeit de online peergroup snel aan via vrienden van vrienden. Jongeren kunnen zich moeilijk nog een bestaan indenken waarin ze niet meer online kunnen gaan. Organisaties die enkel offline aanwezig zijn verliezen zo opportuniteiten om ook online aantrekkelijk te zijn voor jonge werknemers. Voor organisaties komt het er nu op neer een ‘inline’ beleid te gaan voeren, maar hoe ziet dat er uit?
BRANDS
Dagelijks blijft het aantal netwerksites en accounts toenemen. Nieuwe sites focussen vooral op het aggregeren van de inhoud op de verschillende netwerksites waar je een account aanmaakte. Als je op één van die sites een bericht achterlaat, dan merk je dat dus ook op de andere sites. Op die manier verschijnt er elke dag meer profielinformatie op het www.
Wie wil communiceren met jongeren, kan dus best aanwezig zijn op de vermelde netwerken. Op de profielsites kan een bedrijf adverteren met een specifieke doelgroep voor ogen gesegmenteerd op basis van o.a. leeftijd, geslacht, locatie en interesses. De recente ontwikkeling van de brandpages bij Netlog gaat nog een stapje verder. Een merk kan er een eigen page aanmaken en zo viraal het jongerennetwerk veroveren.
Jongeren worden vriend en dito merk ambassadeur, de brand pagina kan door de jonger gebruikers bovendien als eigen profielpagina worden ingesteld. Het merk wordt zo een deel van de virtuele identiteit van jongeren. De Amerikaanse Science-Fiction film Cloverfield had na zeven dagen 2.500 vrienden, 4.500 unieke bezoekers en 500 reacties op de brand pagina. Drie weken later verzamelde de film wereldwijd op Myspace, Facebook en Netlog samen 18.000 vrienden. Merken kunnen dus een plaats claimen binnen sociale netwerken en deel uitmaken van profielen. Uiteraard moeten de codes van een netwerk gevolgd worden, anders kan een afstraffing volgen. Zo speelde Facebook profielinformatie door aan adverteerders maar kwam hierop terug onder druk van gebruikers. Het hanteren van de juiste sociale codes is belangrijk, netwerken laten zich immers niet zomaar drijven.
En wat met ons vak?
Als het voor organisaties steeds belangrijker wordt social media een plaats te geven in hun organisatiepraktijk, is het voor ons als adviseur ook belangrijk hierop in te spelen. Social web media inzetten om leerprocessen in een organisatie ter verrijken wordt een mooie uitdaging voor de komende maanden en jaren. Als ontwerpers van leeromgevingen komt het erop aan leertrajecten op te zetten die gebruik maken van deze krachtige instrumenten. Innovatie ondersteunen kan nog krachtiger door ook deze nieuwe technologieën aan te wenden. Bouwen van (leer-)netwerken om mensen met elkaar in verbinding te brengen, krijgt een staartje online.