blog leiderschapsspel 111796814440

Spel(end) ontwerpen met het K&S LAB

Wat komt er kijken bij het ontwerpen van een leiderschapsspel?

Leiderschapsprincipes, een besturingsvisie, kernwaarden… Komt dat je bekend voor? Ook binnen jouw organisatie staat er waarschijnlijk iets op papier dat leidinggevenden moet helpen om richting te geven aan hun handelen in de dagelijkse praktijk. Misschien zijn het een paar slagzinnen, een inspirerend stuk tekst of een pakkend acroniem? De kans is groot dat er een flink proces aan vooraf ging om ze op papier te krijgen. Veel mensen dachten mee en de opbrengst is iets waarin de meesten binnen de organisatie zich wel kunnen vinden.

 

Dan volgt een belangrijke stap. De leidinggevenden zijn nu aan zet. Aan hen de taak om de principes op papier te vertalen naar actie in de praktijk. Dat is nog best een uitdaging met alles wat er op hun bordje ligt. Logisch dus dat je besluit om hen te ondersteunen. Wat kun je doen om leidinggevenden te helpen meer vertrouwd te raken met de leiderschapsprincipes? En hoe zorg je dat ze die als een kompas gebruiken om hun dagelijks handelen te sturen zonder dat het voorschrijvend wordt?

 

Met dit vraagstuk kloppen leiderschapsspecialisten van een grote verzekeringsmaatschappij aan bij het K&S LAB. Er bestaan ook eerste ideeën over de oplossing. Laten we iets ontwerpen dat leidinggevenden op een toegankelijke, speelse wijze helpt om betekenis te geven aan de principes. Het idee van een leiderschapsspel is geboren. In deze blog vertellen we wat er komt kijken bij het ontwerpen van een leiderschapsspel en delen we vier tips om zelf aan de slag te gaan met het ontwerpen van zo’n spel. 

 

Bezint eer ge begint

Een spel dus. Voor de ontwerper is het fijn als een opdrachtgever al eerste ideeën heeft van hoe de leeroplossing eruit kan zien. Tegelijk ligt hier een klassieke valkuil op de loer. Het is aantrekkelijk om aan te haken op het enthousiasme van de organisatie en je wil graag helpen met een mooi ontwerp. Echter, is een leiderschapsspel wel de meest effectieve oplossing voor dit vraagstuk? En wat hopen we dan dat het teweeg brengt bij de spelers?

 

We maken een korte pas op de plaats. In gesprek met de leiderschapsspecialisten analyseren we het vraagstuk, met het achtveldenmodel in ons achterhoofd. Ook proberen we samen wat meer lading te geven aan het begrip ‘spel’. Want wat betekent dat in de context van deze vraag? We merken dat het belangrijk is om steeds te checken of we hetzelfde bedoelen. In deze fase geven we immers richting aan het ontwerp. Daarom proberen we tijdens een gesprek altijd iets in het midden te leggen; een slide, of stukje tekst, zodat de leiderschapsspecialisten hierop kunnen reageren. Wat spreekt aan? Wat is nog niet helemaal in de goede richting? Op deze manier bouwen we samen, stap voor stap het fundament van het spel op.

 

Lerend experimenteren

Als de contouren van het spel zichtbaar zijn, start een fase van lerend experimenteren. We onderzoeken de kracht van bestaande spellen door ze zelf te spelen en te beoordelen en we bouwen een eerste prototype van ons eigen spel. Het is namelijk een illusie dat je een spel, waar écht veel maak- en denkwerk in zit, in één keer ontwikkelt. Door te werken met korte ontwerpslagen, kunnen we betrokkenen steeds uitnodigen om op een stukje van het ontwerp met ons mee te denken.

 

Het blijkt een cruciale stap, want ons eerste prototype – een spel gebaseerd op een ontdekkingsreis – roept tijdens een testronde met een stakeholder helemaal geen enthousiasme op. De opzet is te speels voor de doelgroep, luidt de feedback. We krijgen het advies om het spelelement iets te temperen. Het illustreert een kenmerkend dilemma in ons vak. Je stelt samen met de opdrachtgever een passende oplossingsrichting vast – in dit geval een spel - en kiest voor een ontwerpaanpak waarbij je meerdere betrokkenen mee laat bouwen. Gaandeweg merk je dat niet iedereen even enthousiast is over de oplossing. Aan ons de taak om koers te houden binnen dit speelveld van verschillende perspectieven. We besluiten daarom terug te gaan naar de basis.

 

Strak op het doel, losjes in de vorm

In een werksessie zetten we het doel van het spel nog eens scherp neer: leidinggevenden op toegankelijke en speelse wijze helpen om betekenis te geven aan de leiderschapsprincipes. We besluiten dat dit het doel is waar we voor gaan en dat we daar geen concessies op doen. Wel denken we dat het helpt om iets losser met het concept ‘spel’ om te gaan. Je hoeft geen spelbord met pionnen te hebben of een hele set regels om toch op een speelse manier met de leiderschapsprincipes bezig te zijn.

 

We concluderen dat we willen bouwen aan een ervaringsgericht instrument dat je er als leidinggevenden af en toe bij kunt pakken om met de principes aan de slag te gaan. Om dit te realiseren hanteren we de volgende vier ontwerpprincipes, waarmee we in verschillende ontwerpslagen verder bouwen aan het spel.

 

  • Bewustzijn: het spel helpt een leidinggevende om zich bewust te worden van wat de leiderschapsprincipes voor hem of haar persoonlijk betekenen. Bijvoorbeeld door persoonlijke of gezamenlijke reflectieoefeningen te doen
  • Actie: een leidinggevende kan in het spel oefenen met het werken vanuit de principes. Bijvoorbeeld door te werken aan een korte samenwerkingsopdracht
  • Inspiratie: het spel inspireert een leidinggevende om zich persoonlijk te ontwikkelen met behulp van de principes. Bijvoorbeeld door een oefening te doen waarin persoonlijke talenten worden verbonden aan de principes
  • Simpel: een leidinggevende kan het spel snel en zonder begeleiding spelen

 

 

Het resultaat: vier ‘mini games’

In een laatste gesprek met de grafische vormgever zien we dan eindelijk het eindresultaat. Hoewel nog digitaal, zien we nu het échte spel voor ons zoals het gespeeld gaat worden. We bespreken samen nog eens het proces dat we hebben doorlopen. Wat was dit een reis die we samen hebben afgelegd en wat zijn we trots op het resultaat dat we nu voor ons zien. We hebben een compleet maar toch compact spel opgeleverd bestaande uit vier ‘mini games’ die op verschillende momenten en in verschillende volgordes gespeeld kunnen worden.

 

In de eerste mini game ontdekken de leidinggevenden wat de leiderschapsprincipes inhouden, en onderzoeken ze zowel welke principes hen al natuurlijk afgaan als welke principes voor hen nog ontwikkelbaar zijn. In de tweede mini game brengen ze in kaart welke hulpbronnen en valkuilen aanwezig zijn – vanuit hunzelf en vanuit hun omgeving – die het inzetten van de leiderschapsprincipes beïnvloeden. In de derde mini game bedenken de leidinggevenden hoe ze een uitdagende situatie kunnen aanvliegen door het inzetten van de leiderschapsprincipes en in de vierde en laatste mini game gaan ze een ‘challenge’ aan. In deze challenge oefenen de leidinggevenden met het herkennen, gebruiken en het bewust inzetten van de principes.