Doen versus zijn
We hebben het druk. Met werk, familie en vrienden. Met interessante gesprekken, initiatieven in de wereld zetten en een veelheid aan activiteiten in de vrije tijd. Allemaal betekenisvol en waardevol, met een nadruk op het doen. Op zichzelf is daar niks mis mee, als dit op zijn tijd wordt afgewisseld met een focus op zijn. Hoe vaak nemen we echt de tijd om letterlijk eens stil te staan, of zitten, voor een langere periode? Om te reflecteren, en niet alleen door vijf minuten wat gedachten op papier te zetten, maar door echt bij jezelf na te gaan waar je staat in je leven. Wat is voor jou van waarde? Wat is voor jou de essentie? Wie doen er echt toe in je leven? Hoe wil jij jouw tijd leven? Waaraan wil je jouw tijd en energie bijdragen?
Een oude en nieuwe traditie
In veel traditionele culturen was het gebruikelijk om je regelmatig alleen in de natuur terug te trekken. Om een belangrijke transitie in je leven te markeren, bijvoorbeeld volwassen worden of een kind krijgen, of om op zoek te gaan naar inzichten en antwoorden op grotere levensvragen. We kennen het bijvoorbeeld als een vision quest uit de Native American traditie. Inmiddels zien onze levens er totaal anders uit, maar we hebben nog net zoveel – of misschien juist wel meer – behoefte aan en baat bij het af en toe bewust stilstaan in ons leven, letterlijk en figuurlijk. Om gewoon even te zijn. En kleine of grote inzichten op te doen op een inspirerende plek. Een 24 uur solo in de ruwe natuur is een hedendaagse variant van deze traditie. Zonder religieuze of spirituele lading, gewoon zitten en zijn. En dan wel zien wat er gebeurt. Welke gedachten en inzichten er komen. In mijn ervaring gebeurt er altijd wel iets bijzonders, hoe klein ook, en werkt de ervaring van de solo op onverwachte manieren door in je leven.
Ik schreef voor de verhalenbundel ‘Leven van je tijd’ een persoonlijk verhaal over een solo die ik een aantal jaar geleden deed. Een moment waar ik nog steeds regelmatig aan terugdenk. En dat een inkijkje geeft in hoe een solo eruit kan zien.
Zeven jaar
Zittend op een steen in de Spaanse Pyreneeën laat ik de geur van wilde tijm en dennenbomen op me inwerken. Ik mediteer, denk na, staar naar de bergen in de verte. 24 uur lang. Alleen, en met slechts twee flessen water als proviand.
‘Ik zal aan jou en je zeven jaar denken’, zei de vriend die me hier afzette. Iemand zei laatst dat je lichaamscellen elke zeven jaar worden vervangen, elke zeven jaar een nieuw mens. Mijn zeven jaar gaan over mijn vader. Zo lang is het geleden dat hij is overleden, en daarom zit ik hier op een steen.
Ik sta op en maak een historielijn van de afgelopen zeven jaar. Een gele tak voor het overlijden van mijn vader, een bloem voor het einde van een relatie, een dennenappel voor het beginnen van mijn promotieonderzoek… Ik neem de tijd om elk van de gebeurtenissen te bedanken. En dan ineens denk ik: dit zijn dingen die ik doe, mensen die ik wel of niet meer zie, maar dit zegt niets over wie ik in essentie bén.
En precies dan komt er een vos aangelopen vanuit het bos. Roder en groter dan ik zou verwachten. Best een groot beest eigenlijk. Zodra ik bang word, schrikt de vos op en is hij net zo snel verdwenen als hij is gekomen. Ik hoor het geritsel van een hagedis naast me. Het vreemde gevoel bekruipt me dat ik zowel de vos als de hagedis ben. De overgebleven 20 uur voelt het alsof mijn zintuigen vermenigvuldigd zijn. Ik hoor, ruik, zie en voel alles tegelijkertijd.
De zon toont me de tijd, bijna 24 uur voorbij. Mijn vader. Eigenlijk heb ik helemaal niet zo expliciet over hem nagedacht. Opnieuw zie ik iets bewegen in mijn ooghoek: een geel herfstblad dat naar beneden dwarrelt. Iets wat doodgaat, toepasselijk. Of nee, het herfstblad dwarrelt mijn kant op. Een gele vlinder. Een herfstblad vermomd als vlinder? Een vlinder vermomd als herfstblad?
Zowel dood als leven.